Geplaatst door Noorderhuis op 1 september, 2020
“We are made of star stuff” dixit astrofysicus Carl Sagan, in een poging om de kosmos bevattelijk te maken. Aardse lichamen en hemellichamen, de grond onder onze voeten en het staalblauwe canvas boven onze hoofden: één en dezelfde architect, schuilgaand achter een veelheid aan goddelijke namen. Aan het hemelfirmament in IJsland schitteren geen kreeften of weegschalen, maar woeste draken en zesbenige monsters. Bij Noorderhuis zijn we er dan ook stellig van overtuigd de gedroomde bestemming gevonden te hebben, om het hoofd richting de nachthemel te hijsen, op zoek naar gloed van de oude goden.
De nacht van Nidhogg
In de Noordse mythologie was het universum niet één, maar een multiversum. 9 werelden verbonden door de ver reikende takken van Yggdrasil, de wereldboom die alles omvat. De sterrenconstellaties die de nachthemel opluisterden, dienden niet ter verstrooiing voor oude dametjes op zoek naar gunstige voortekenen, maar als herinnering aan de nietigheid van het ondermaanse en de macht van het pantheon. Hoog aan de hemel heersen de draak Nidhogg en de havik Vedrfolnir, gevreesde gezanten uit Asgaard, en met voorspoed hebben zij weinig van doen.
Zo lang de mens al bestaat, vertellen we verhalen om aan het onverklaarbare betekenis toe te dichten. Hoewel de wetenschap nu verder staat dan onze voorouders ooit durven hopen hadden, lijken we nog steeds geboeid door hun kijk op de kosmos. Met Neil Gaiman (Norse Mythology) en Stephen Fry (Mythos) waagden zich onlangs twee vooraanstaande atheïsten aan een poëtische interpretatie van de Noordse en Griekse mythologie.
Klinkt alles net iets mooier als we het niet tot in het kleinste detail rationaliseren? Hoeft een overweldigende sterrenhemel steevast een rationele uitleg over reeds lang gedoofde plasmasferen? Bij Noorderhuis laten we graag iets aan de verbeelding over. In een land waar, als geen ander land op het Europese continent, geloof wordt gehecht aan mythe en magie, hoeft dat ook niet. De kranige IJslanders hielden op het WK net de Argentijnse furie quasi moeiteloos in bedwang, als dat geen sprookje is…
De ideale periode om naar IJsland af te reizen op zoek naar sterren en noorderlicht is zonder meer vanaf september. De middernachtzon, die het eiland in juni en juli in een allesomvattend licht onderdompelt, ruimt plaats voor een donkere en erg heldere hemel, waar de Melkweg en het noorderlicht innig verstrengeld met elkaar dansen. Buiten Reykjavík is de lichtvervuiling tot een absoluut minimum beperkt, en wie verder de natuur intrekt ziet zijn kansen exponentieel groeien.
Om het risico op een al te stijve nek te beperken, kan je je hoofd ook even laten zakken om al het moois dat IJsland in petto heeft op te nemen. Onze individuele autorondreis ‘In het spoor van het noorderlicht’ verpakt de spectaculairste natuurgebieden van Zuid-IJsland in één prachtig 9-daags presentje. De nadruk ligt op traagheid, niet de soort die je het bloed vanonder de nagels haalt maar de soort die je tot rust brengt. De etappes zijn kort, waardoor je veel meer tijd in de natuur spendeert dan in je auto.
Meer interesse in ons winteraanbod in IJsland? Contacteer ons en volg mee het spoor van de sterren.
Volg onze sociale media voor meer inspiratie
Ontdek ons aanbod
Bestemming