Geplaatst door Mario Coppens op 11 december, 2024
Ver weg, hoog in de ruige bergen van IJsland, leeft een bijzonder gezin dat elk jaar rond de kerstperiode tot leven komt in de verhalen en tradities van de IJslanders. Het zijn de Jólasveinar, dertien eigenzinnige kerstmannen die niet bepaald lijken op de gezellige, goedlachse kerstman die wij kennen. Nee, deze kerstmannen hebben trollenbloed door hun aderen stromen, geërfd van hun angstaanjagende moeder Grýla en haar man Leppalúði, waarvan maar weinig bekend is.
Grýla staat in IJslandse volksverhalen bekend als een verschrikkelijk wezen dat stoute kinderen zoekt om op te eten. Zelfs de kat van het gezin is een griezelig ding: de Jólakötturinn of kerstkat. Ze jaagt op mensen die geen cadeautjes hebben gekregen (vroeger nieuwe kleding) voor Kerstmis. Oorspronkelijk waren de Jólasveinar net zo intimiderend als de rest van de familie, maar de eeuwen hebben hun scherpe randjes verzacht. Tegenwoordig worden ze gezien als speelse, ondeugende types die zorgen voor spanning en plezier in de donkere kerstperiode.
De voorbereidingen
Voor IJslandse kinderen begint de magie van kerst al vroeg. Vanaf 12 december zetten ze hun schoentje bij het raam, vaak gevuld met iets lekkers, zoals laufabrauð (letterlijk bladbrood, omdat het zeer dun is). Dit traditionele, knapperige platbrood wordt speciaal voor de feestdagen gemaakt (gefrituurd) en is versierd met ingewikkelde patronen.
Elke ochtend vinden de kinderen een cadeautje in hun schoen. Tenminste, als ze braaf zijn geweest. De stoute kinderen moeten het doen met een rotte aardappel.
De komst van de Jólasveinar
Vanaf 12 december komen de kerstmannen één voor één uit de bergen naar beneden, elk met hun eigen specifieke streken. Ze blijven twee weken hangen en keren daarna één voor één terug, zodat het tegen 6 januari weer helemaal rustig is.
De 13 broers zijn:
- Stekkjastaur (Schapenstalker) – 12 december
Hij is de oudste en heeft ondertussen stijvere waardoor het allemaal wat moeizaam verloopt. Hij gaat op zoek naar schapenmelk en heeft er plezier in om de dieren op te jagen. - Giljagaur (Klovensukkel) – 13 december
Verstopt zich in kloven en geulen. Terwijl boeren slapen, sluipt hij rond in de stallen om een slok melk te stelen. - Stúfur (Kleintje) – 14 december
Veruit de kleinste van de broers wacht hij tot de pannen met smakelijke aanbaksels kan uitlikken. - Þvörusleikir (Lepelliker) – 15 december
Lepellikker verstopt zich en wacht tot iemand een houten lepel gebruikt, zodat hij hem nadien kan schoonlikken. - Pottaskefill (Pottenschraper) – 16 december
Geen pot is veilig voor hem. Maar hij heeft vooral een voorliefde voor overschotjes. - Askasleikir (Schalenlikker) – 17 december
Deze kerstman verschuilt zich onder het bed, wachtend tot het rustig is om schalen met eten weg te kapen. - Hurðaskellir (Deurenklopper) – 18 december
’s Nachts houdt hij iedereen wakker door deuren met een harde klap dicht te slaan. - Skyrgámur (Skyrverslinder) – 19 december
Zijn liefde voor skyr kent geen grenzen. Hij rooft alles wat op zijn pad komt. - Bjúgnakrækir (Worstenrover) – 20 december
Hier hoeft niet veel uitleg bij te komen. Hij is verzot op (gerookte) worst. - Gluggagægir (Ramenloerder) – 21 december
Nieuwsgierig gluurt hij door ramen om te zien wat hij kan stelen, vooral speelgoed en lekkernijen. - Gáttaþefur (Deurensnuiver) – 22 december
Met zijn enorme neus gaat hij op snuiftocht om vooral vers gebakken brood te stelen. - Ketkrókur (Vleeshaak) – 23 december
Met een haak weet hij stukken vlees weg te kapen. Vooral tijdens de feestdagen, wanneer overvloedig gekookt wordt, is hij er graag bij. - Kertasníkir (Kaarsendief) – 24 decemberDe jongste en laatste kerstman houdt van kaarsen, die vroeger van vet waren gemaakt en dus eetbaar waren.
Meer weten of kersttradities in het hoge noorden? Lees onze blog over een Scandinavische kerst.
Noorderhuis wenst jullie alvast fijne feestdagen toe!
Volg ons op onze socials voor meer inspiratie