Kopenhagen

Kopenhagen is de hoofdstad en veruit de grootste stad van Denemarken. Met een prachtige ligging aan het water, indrukwekkende paleizen die blaken van de geschiedenis, talloze interessante musea, een autovrije winkelzone en een uniek pretpark, is Kopenhagen een stad met alles erop en eraan. Haar beschrijven in één woord is dan ook praktisch onmogelijk, maar als we er toch een moeten kiezen is het wel het Deense woord hyggelig: gezellig en levendig op de best mogelijke manier.

De Strøget vormt het hart van de stad en is bekend bij iedere inwoner. Toch zal je deze naam nergens terugvinden op een straatbordje want Strøget is eigenlijk de verzamelnaam voor de vijf aaneengesloten winkelstraten die de twee belangrijkste pleinen met elkaar verbinden. Deze wandelpromenade loopt van het Kongens Nytorv naar de Rådhuspladsen en zit boordevol winkels, boetiekjes en restaurants. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat hoor je hier het gelach van mensen en het gerinkel van geld. Kobenhavn betekent dan ook niet voor niets ‘koopmanshaven’. Minstens even levendig is het in Nyhavn, de nieuwe haven, waar de 300 meter lange gracht langs weerszijden geflankeerd wordt door kleurrijke huisjes. Zoals vele havenwijken was dit vroeger de rosse buurt. Nu zijn er echter gezellige cafés, bars en restaurants waar niet langer enkel zeelieden komen, maar iedereen die zin heeft in een sfeervolle avond. Een simpele snede smørrebrod of een gastronomisch meesterwerk in een Michelinrestaurant, smullen maar! In deze wijk vind je tevens het stadhuis en de universiteit. De kinderen kunnen zich vervolgens uitleven in het Guinness World Recordsmuseum terwijl de volwassenen een kijkje nemen in het Museum Erotica.

Plezier voor jong én oud is er in de Tivoli Gardens. Oorspronkelijk telde dit park slechts twee attracties, maar het is ondertussen uitgegroeid tot een heus pretpark, geweldig gezellige vertoefplek en culturele broeihaard tegelijkertijd. Zeker wanneer ’s avonds de duizenden lichtjes aangaan rond de fonteinen en theaters zie je het romantische en magische karakter van Tivoli, dat duidelijk ontworpen is met oog voor detail. Na al het avontuur kan je hier ook genieten van een heerlijke maaltijd in een van de unieke restaurants.  Zeker op een warme zomeravond is het hier zalig zitten, al heeft het park in de winter ook iets wonderlijks. Zo wonderlijk dat zelfs Walt Disney zich liet inspireren door Tivoli voor de bouw van zijn beroemde Disneyland. Tivoli is dan ook niet voor niets de nationale trots van de Denen.

In het noorden van de stad vind je de beroemdste inwoonster van Denemarken: de Kleine Zeemeermin. Dit standbeeld is dan misschien klein, toch lokt Den Lille Havfrue dagelijks duizenden bezoekers, die er allemaal een foto van willen maken. Doorheen de jaren werd ze echter al vaak toegetakeld. In het sprookje verloor ze dan wel haar tong in ruil voor twee benen, in het echt werd ze zelfs al eens onthoofd en beroofd van haar twee armen. Ze werd gelukkig spoedig in ere hersteld en rust weer lieflijk op haar rots aan het water. In deze wijk vind je bovendien niet één, maar wel twee koninklijke paleizen. Het Amalienborg Slot werd oorspronkelijk gebouwd voor vier rijke families, maar na een hevige brand in 1760 was de toenmalige woning van de koninklijke familie volledig verwoest en namen ze hier noodgedwongen zelf hun toevlucht. Ook vandaag de dag dient dit indrukwekkende slot als residentie van de koninklijke familie. De vier quasi symmetrische gebouwen en de enorme koepel van de Frederiks Kirche zijn zeker een bezoek waard. Wie weet zie je ook wel net de wissel van de wacht! Wat verderop ligt het Rosenborg Slot, het zomerverblijf van de koninklijke familie met een schatkamer die letterlijk schittert van het goud. Wie liever kunstschatten bewondert dan kroonjuwelen kan naar hartenlust kiezen uit de talrijke musea waar het noorden van de stad rijk aan is, zoals het Statens Museum for Kunst, het Geologisk Museum en het Carlsberg Glypotek

Het derde koninklijke paleis is het Christianborg slot, dat op het eilandje Slotholmen ligt in het zuiden van Kopenhagen. Sinds de enorme brand in 1794 dient het niet langer als koninklijke residentie, maar het parlement en het hooggerechtshof bevinden zich nog wel hier. Recht daar tegenover, en tevens het compleet tegenovergestelde qua sfeer, ligt Christiania. Deze wijk is ontstaan in 1970 toen een groep alternatievelingen enkele verlaten militaire gebouwen bezette. Ze wilden deze plek niet meer verlaten en riepen de wijk uit tot ‘Christiania Vrijstaat’. Talloze keren werd er geprobeerd hen te verdrijven, maar zonder succes. Christiania groeide uit tot een eigen gemeenschap, vaak geassocieerd met de hippiecultuur, waar de Christianniter leven volgens hun eigen regels. Zo hebben ze hun eigen bestuur en school en is er een verbod op gemotoriseerde voertuigen. Bovendien worden er ook openlijk soft drugs verkocht. Hard drugs zijn echter wel bij wet verboden sinds 2004. Wie deze, en andere wijken, liever vanop afstand bewondert, kan de Vor Freslers Kirke beklimmen. Een bijzondere gouden trap loopt langs de buitenkant om de toren heen en bied je een schitterend uitzicht over de stad, zelfs helemaal tot in Malmö! Een andere blikvanger is de speciale architectuur van het Operaen, het operagebouw van Kopenhagen.

De bezienswaardigheden blijven echter niet beperkt tot het centrum van Kopenhagen. Wie wat uitwijkt zal beloond worden met weetjes over Carlsberg in de Carlsbergbrouwerij, een ontmoeting met de schattige ijsberen en giraffen in de zoo van Kopenhagen of een blik op de maan in een van de telescopen van het Tycho Braheplanetarium. Kortom, of je nu twee of twaalf dagen blijft in Kopenhagen, volledig uitgekeken ben je er nooit.